Onderbouwing voor werken met Lego

Er zijn verschillende wetenschappelijke inzichten die onderbouwing bieden voor het werken met Lego.

Constructivisme en constructionisme

De theorie van het constructivisme van Piaget gaat ervan uit dat kinderen tot ontdekkingen komen omtrent gesproken en geschreven taal door actief met hun wereld bezig te zijn. Door nieuwe informatie te integreren en op te slaan in het geheugen breiden zij hun taal- en kennissysteem uit. In feite zijn het theoriebouwers die hun kennis construeren en herordenen op basis van wat ze al weten en ervaren. Papert die nauw samenwerkte met Piaget gaat nog een stap verder en stelt dat als we kennis vergaren in interactie met met de wereld dan kunnen we kennis nog sneller creëren als we zelf kennis gaan construeren. Bijvoorbeeld door een zandkasteel te bouwen of een machine te bouwen. Als je in de echte wereld iets construeert dan construeer je ook iets in je hoofd. Hij maakte hiermee van het constructivisme, constructionisme.
Je kunt in je hoofd van alles bedenken maar het is voor de meeste mensen veel makkelijker om het in de echte wereld uit te proberen.
De link tussen dingen (met de handen) doen in de wereld en leren is evolutionair vastgelegd in ons brein. Sinds mensen rechtop zijn gaan lopen, hadden ze hun handen vrij om daar iets anders mee te doen dan lopen. Ze zijn hun handen gaan gebruiken om hun wereld te construeren en manipuleren. Dit vermogen is diep in onze hersenen verankerd. Met Lego maak je gebruik van dit vermogen. Het is een manier om te denken met objecten door het gebruik van je handen. Hiermee open je een deel van je hersenen waarvan we soms niet meer weten dat we het hebben. Het brengt creatieve nieuwe inzichten.

Aandacht, emotie, geheugen en leren

Emotie is een drijvende kracht achter aandacht en aandacht is weer belangrijk bij het leren en leren is weer belangrijk bij het geheugen. Het is biologisch onmogelijk om dingen te leren waar de hersenen geen aandacht aan hebben besteed. Er zijn vier elementen die ons helpen om onze aandacht ergens bij te houden. Deze zijn:
1. Opwinding: we zijn emotioneel verbonden met wat we ook doen.
2. Ruimtelijke oriëntatie: we moeten ons fysiek bewegen en oriënteren op hetgeen we willen zien/leren/onthouden.
3. Iets nieuws ontdekken en belonen: wanneer we iets nieuws zien, trekt dat de aandacht en gaan we meteen bedenken of er een beloning aan vast zit.
4. Executieve organisatie: als iets past binnen onze doelen dan trekt dat de aandacht.
Het werken met Lego maakt aanspraak op al deze vier elementen. Mensen raken emotioneel betrokken door het gebruik van visuele metaforen. Doordat ze met hun handen moeten bouwen spreekt het de ruimtelijke oriëntatie aan. Het bouwen met Lego in een coachingssetting is vaak nieuw voor mensen, maar ook maken ze vaak iets nieuws met het bouwen. Tot slot begin je altijd met een duidelijke uitleg hoe het bouwwerk bijdraagt aan de doelen.

Het menselijk geheugen bestaat uit verschillende onderdelen. Het eerste onderscheid zit in het korte- en langetermijn geheugen. Het korte termijn geheugen is in feite het werkgeheugen. In het lange termijn geheugen slaan we onze kennis en kunde op. Het is verder onder te verdelen in impliciet en expliciet geheugen. Waarbij het expliciet geheugen bestaat uit onze oproepbare ervaringen en het impliciet geheugen meer bestaat uit onbewuste ervaringen. Het expliciete geheugen kan weer verder worden opgedeeld in het episodisch en het semantisch geheugen. De eerste gaat vooral over onze persoonlijke ervaringen en de tweede over de feiten.

Lego helpt  in het vormen van beter geheugen. Hoe dieper we informatie verwerken, des te sterker is de geheugenformatie en hoe diverser en associatiever onze ervaring, des te sterker zijn de links in het geheugen (dus een sterker web binnen het brein). Wanneer je een legomodel bouwt en daar betekenis aan geeft, ben je met semantische verwerking bezig. In een latere fase als je bezig bent met het verder concretiseren van de modellen en verhalen dan  ben je met sensorische verwerking bezig.
Onderzoek laat zien dat er een verband is tussen de levendigheid van een herinnering en de emotionaliteit van de oorspronkelijke gebeurtenis. Het blijkt dat het bouwen met lego een positieve emotie bij de deelnemer teweeg brengt en dat het gebruik van metaforen en verhalen sterke emoties teweeg brengen. Dit alles helpt met het onthouden.
Daarnaast zijn nog andere geheugenverhogende elementen aan het werk. Als je het legobouwwerk tevens gebruikt op latere momenten dan maak je ook gebruik van herhaling. Ook heeft het weergeven van wat de situatie is in een legomodel tot gevolg dat de kennis wordt vereenvoudigd waardoor mensen het makkelijker vinden om te onthouden.

Inzicht is in feite verse kennis die komt in de vorm van nieuwe en vaak verrassende oplossingen, op een vaak bekend probleem. Meestal volgt het niet vanuit een analytisch proces. Het voelt meer als een eurekamoment. Dit soort momenten zijn belangrijk omdat mensen ze zich vaak beter herinneren. Het leidt samen met aandacht en neurotransmitters die catecholamines heten, vaak tot een sterke vorming in het expliciete geheugen. In het moment dat tot het inzicht leidt is er een verhoogde activiteit in het deel van de hersenen dat anteriore cingulare cortex heet. Dit gebied is betrokken bij aandacht en keuzes maken. Bij het werken met Lego is dit gebied in de hersenen actief.

Bij het werken met Lego wordt ook priming tegengegaan. Priming is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze eerder heeft waargenomen. Door met Lego te bouwen wordt de gedachte van de persoon niet alvast in een bepaalde richting geduwd.  Onbedoeld kan in een coachgesprek onbewust worden gestuurd door het eerste wat wordt gezegd of waargenomen. Het is belangrijk dat iemand los van de gedachten en overtuigingen van een ander, zelf zijn verhaal kan bouwen.

Tot slot blijkt dat mensen die werken met Lego na afloop een staat van ‘flow’ beschrijven. Ze voelen dat hun vaardigheden worden gestretcht, dat de tijd vliegt en dat het een intens plezierige bezigheid was. Het blijkt dat ze gedurende het hele proces zich bewegen in een optimale balans van uitdaging en  gevraagde vaardigheden.

Verbeelding

Verbeelding is ons mentale vermogen om zaken voor de geest te halen die er niet zijn. Vaak wordt het in één adem met creativiteit genoemd. De creativiteit is in feite de toepassing van de verbeelding. Bij het coachen met Lego gebruik je je verbeelding om iets te beschrijven wat bestaat (descriptieve imagination), om iets te creëren wat nieuw is (creative imagination) en om iets wat bestaat in twijfel te trekken/uit te dagen (challenging imagination). Bij de eerste soort verbeelding beschrijf je een complex en verwarrende wereld. Je organiseert data en informatie, identificeert patronen en onregelmatigheden. Het laat zien wat er aan de hand is en laat ons begrijpen wat mogelijke oplossingen en kansen zijn. De creatieve verbeelding stelt ons in staat om te zien wat er niet is. Het daagt uit tot nieuwe mogelijkheden door combinaties, herordenenden en transformaties van dingen en concepten. Brainstormen en out-of-the-box-denken valt in deze categorie. De uitdagende verbeelding is anders dan de andere twee. Bij de andere twee ga je uit van wat er is. Bij deze vorm start je in feite met een schone lei. Het gooit alle regels opzij. Met Lego gebruiken we de beschrijvende verbeelding om de situatie te begrijpen. We gebruiken de uitdagende verbeelding om om beelden te vormen van hoe het kan veranderen en tot slot wordt de creatieve verbeelding gebruikt om alles samen te voegen in een scenario om vooruit te komen.

Met Lego kun je alles bouwen. Acht standaard steentjes van 2×4 nopjes kun je op 915.103.765 manieren combineren tot een bouwwerk. Kun je nagaan hoeveel mogelijkheden er zijn als je ook alle andere steentjes mag gebruiken.

De voordelen van (serieus) spelen

Spelen is volledig absorberend. Het motiveert intrinsiek. Het bevat elementen van onzekerheid en verrassing. Het gaat gemoeid met illusie en overdrijving. Het spel gaat om het proces en niet om het resultaat. Kinderen spelen en leren door het spel enorm veel. Volwassenen laten het spel vaak links liggen, maar ook zij zouden veel kunnen leren door spel. Biologisch beïnvloedt het spel de hersenen. Sociaal helpt het om te leren hoe je je (emotioneel) moet gedragen. En daarnaast leer je door spel vaardigheden. Doordat je in het spel het niet voor het echt doet (het zit ergens tussen realiteit en fantasie in), voelen mensen zich vrijer om te experimenteren. Ze voelen minder angst dan in de werkelijke wereld. Het biedt daarom meer ruimte voor creativiteit en ook voor gevoel.

N.B. Het merendeel van bovenstaande tekst is gebaseerd op het boek ”Building a better business using the Lego® Serious Play® method” van Per Kristiansen en Robert Rasmussen.